Wie ben ik

Boer worden

Mijn vader leerde me nieuwsgierig te zijn. Mijn moeder leerde me van de natuur en van tuinieren te houden. Dankzij haar vader, die boer was, en haar broer die de familieboerderij overnam, wilde ik al jong boer worden. Mijn hele jeugd bracht ik daar elk vrij moment door. Later op het lyceum realiseerde ik mij dat wat mij aantrok op de boerderij, de planten en dieren waren. Ik begreep dat het vak biologie heette en dat je er zelfs van kon leven. Biologie bleek, toen ik ging studeren, veel meer dan planten en dieren te behelzen. Na mijn doctoraal dierfysiologie (met biochemie en biofysica als bijvakken), promoveerde ik op een studie van biologische herstel van door gamma straling beschadigd DNA. De studie vond gedeeltelijk plaats in een laboratorium van de Rijksverdediging Organisatie en daardoor kwam ik in contact met mensen die vraagtekens zetten bij onze defensie. Dat gaf mij de kans de door mijn vader gestimuleerde nieuwsgierigheid te bevredigen en mijn kwantitatieve geest te ontwikkelen. Mijn kleinzoon heeft zo te zien dezelfde genen en dat is prachtig om te zien.

Van Livingston tot agrobioloog

De vervanging van militaire dienst door ontwikkelingssamenwerking in Mali, gaf mij de kans om mijn universitaire kennis te combineren met de passie van mijn  jeugd, de landbouw.  Ook een ander ideaal kon ik waarmaken; ik wilde n.l. “Livingston worden” na het lezen van een boek dat ik op mijn achtste van mijn andere grootvader kreeg: “Livingston de padvinder”. Via het toevoegen van ecologie aan mijn kennisveld, ontwikkelde ik mij tot agrobioloog in de loop van bijna 45 jaar werk met focus op Afrika. Ik was 23 jaar “in het veld”, waarvan 10 jaar met mijn gezin; woonde in Mali, Togo en Rwanda en bezocht 27 Afrikaanse landen. Ik paste kennis en ervaring toe in akkerbouw, bosbouw, veehouderij en visserij.

 Van “echte groene tot ……….”

Mijn invalshoek werd de potentie van het milieu met zijn beperkingen, met de draagkracht van natuurlijke hulpbronnen als instrument. Ik realiseerde mij meer en meer dat in grote delen van Afrika die draagkracht aangetast en bedreigd wordt door overexploitatie uit overbevolking. Degradatie van het milieu en de inherente afname van productiviteit vraagt om externe productiemiddelen in combinatie met optimaal beheer van natuurlijke hulpbronnen. Hoewel ik mijn werk begon als “echte groene”, accepteerde ik gebruik van kunstmest als noodzakelijk kwaad. Ik ontwikkelde en testte ideeën over gebruik van genoemde combinatie voor intensivering van akkerbouw en veeteelt. Ook voor beheer van bodems en weiden, voor strijd tegen verwoestijning en voor verminderen van competitie tussen gewas en boom in agroforestry.

Bruggenbouwer

Ik ontwikkelde kansen voor gezinslandbouw en het platteland, door optimaal gebruik van interne en externe productiemiddelen te combineren met aandacht voor agro-ecologische en sociaaleconomische condities. Dit vroeg b.v. om kennis van landgebruiksrechten en van de positie van de vrouw. Mijn liefde voor de natuur en mijn agrobiologische kennis en ervaring maakten mij zowel gevoelig voor de uitwassen van intensieve industriële productie als voor het ongefundeerd optimisme van biologische landbouw. Sinds jaar en dag probeer ik bruggen te slaan tussen conventionele technieken en agro-ecologische benaderingen, met aandacht voor de vruchtbaarste componenten van beiden. Dan gaat het niet meer alleen om Afrika, maar om het voeden van de hele wereldbevolking, nu en in de toekomst. Ik ben er ondertussen steeds meer van overtuigd dat in deze te geliberaliseerde wereld, voedingszekerheid beter gediend wordt door familielandbouw in nationale context, dan door industriële internationale landbouw, met aandeelhouders op zoek naar snel financieel gewin.

Ik houd er van mijn ervaringen met anderen te delen en mijn kennis via discussies te scherpen. Ik schreef en schrijf veel (zie onder “Publicaties”), ik gaf en geef nog steeds lezingen en colleges, in meer dan 20 landen, en gaf interviews voor kranten, radio en TV in minstens 10 er van. Met anderen, met overlappende interesses, binnen en buiten mijn vakgebied, wil ik blijven praten en discussiëren om bij te dragen aan ontwikkeling van duurzame hoogproductieve landbouw.

Gezinsleven

Ik ben al weer 12 jaar terug in Nederland en gelukkig getrouwd met Wil Kroon. Dankzij de geboorte van Alexander, zoon van Jeroen en Lisa, op mijn 75ste opa geworden. Jeroen woont met zijn gezin in de USA, en ook mijn oudste zoon Niels koos voor het buitenland, n.l. België. Ze volgden het voorbeeld van hun vader. Eén van de redenen van Wil en mij om lid te worden van woongroep, Grijs & Groen Wonen in Olst is om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven functioneren. Zie de website van onze groep grijsengroenwonen.nl

terug