Natuurinclusieve kringlooplandbouw

Natuurinclusieve kringlooplandbouwOver ideaal en werkelijkheid. Analyse en reflecties

Begin 2020 kreeg ik twee verzoeken om advies m.b.t. de transitie van gangbare landbouw naar natuurinclusieve kringlooplandbouw, deden mij besluiten tot een analyse van de GroenLinks ideeën ter zake. Is die natuurinclusieve kringlooplandbouw inderdaad duurzaam? Is dit de manier om mensen hier, elders en in de toekomst van kwaliteit van leven te verzekeren? Wordt zo de veerkracht van natuurlijke en menselijke systemen gegarandeerd en de intrinsieke waarde van de levende natuur gerespecteerd?

Wat is de potentie van de geschetste natuurinclusieve kringlooplandbouw, die via 24 geïdentificeerde stappen gerealiseerd wordt?

  • Zal de voedselproductie voldoende zijn om de Nederlandse bevolking te voeden?
  • Ontstaat er meer ruimte voor de natuur?
  • Is die landbouw klimaatneutraal?
  • Draagt ze bij aan verhoging van de biodiversiteit?
  • Worden de kringlopen echt gesloten?
  • Is de biologische landbouw inderdaad het bewijs van de haalbaarheid van deze idealen?

De geformuleerde antwoorden zijn ontkennend! De reden, de gemeenschappelijke noemer in de diverse argumentaties, is de afwijzing van kunstmest. De bevolking van Nederland overschrijdt de draagkracht van onze natuurlijke hulpbronnen; de wereldbevolking overschrijdt die van onze aarde. Kunstmest zie ik als een noodzakelijk kwaad. Met de voorgestelde heffing op kunstmest span je het paard achter de wagen! Met afschaffing vraag je om voedseltekorten en honger. “Uitbanning van kunstmest is grote denkfout”, artikel Volkskrant 22/9’2020. In Groene (circulaire) meststoffen en de uitdagingen rond voedselzekerheid, klimaat en biodiversiteit vraag ik mij met Jeroen van Buuren af of er misschien alternatieven bestaan voor kunstmest. De notitie werd in zeven vervolgartikelen in Foodlog gepubliceerd om een landelijke discussie daarover op gang te trekken. 

terug